Wie zijn wij
En wat doen wij
Sinds 1960 is de bevolking op Sri Lanka verdubbeld tot meer dan twintig miljoen mensen. De olifantenpopulatie, die vroeger rond de twaalfduizend schommelde, wordt nu geschat op ongeveer 5800. Olifanten hebben hun leefgebied verloren door uitbreiding van nederzettingen en landbouw in voormalige natuurgebieden. De concurrentie om de beschikbare ruimte verandert vaak in een strijd, niet zelden op leven en dood.
Er vallen in deze strijd jaarlijks rond de 70 dodelijke slachtoffers aan de kant van de mens, terwijl er ieder jaar ongeveer 250 olifanten het leven laten door vergif, fruitbommen, elektrocutie of vuurwapens. In een conflictsituatie rennen de dieren voor hun leven en daarbij komt het voor dat een jong babyolifantje de kudde kwijtraakt en alleen achter blijft.
Wanneer een alleenstaand babyolifantje gevonden wordt, wordt er eerst gekeken of het olifantje herenigd kan worden met de kudde. Het babyolifantje wordt op een veilige plek door ETH-medewerkers in de gaten gehouden. Door het huilen van het olifantje bestaat de kans dat de kudde op het geluid afkomt. Als er na enige tijd geen kudde komt, wordt het olifantje naar het weeshuis gebracht. Dit is de procedure als het olifantje in een redelijk goede conditie verkeert. Als het er slecht aan toe is, wordt het onmiddellijk naar het weeshuis overgebracht.